Vrijdag 26 juni 2009

Eindelijk is de dag aangebroken! Over een uur begint mijn eerste, lange reisdag met de trein naar Zuid-Frankrijk. Geschokt door het overlijden van de "King of Pop" en de "vrouw van zes miljoen" ga ik nog één keer mijn rugzak checken. Hij weegt rond de 11 kilo incl. 1,5 liter water.

Na een treinreis van een kleine 15 uur aangekomen in mijn startplaats, Saint-Jean-Pied-de-Port. Tussenstop in Parijs was leuk. Van het ene station naar het andere met de metro en dan uitstappen, de trap op lopen en midden in deze wereldstad naar boven komen. Het laatste treintje vanuit Bayonne was echt een belevenis. Tergend langzaam de bergen in en dus alle tijd om de prachtige omgeving te bewonderen en zicht op de bergen waar ik over heen moet lopen.
Ik werd erg warm ontvangen in het hotelletje l’Esprit du Chemin dat van Nederlandse eigenaren is. De tafel was gedekt en 18 andere pelgrims zaten al aan tafel. Een glas wijn vooraf en toen onszelf aan elkaar voorstellen. De verschillende wandelaars komen uit Australië, Zuid-Korea, Duitsland, Amerika, Mexico, Zweden, Noorwegen, Frankrijk, Italië. Ierland, Canada en Nederland. Ook was er een jongetje van zeven jaar uit Mexico die samen met zijn moeder aan het lopen was. Het schijnt een Mexicaanse traditie te zijn voor jongetjes van 7. Hij loopt ongeveer 10 km per dag. Ze zijn ergens in midden Frankrijk begonnen. Overigens zijn er een paar pelgrims die vanuit hun woonplaats, Eindhoven, zijn begonnen te wandelen en een stel uit Dronten.
We hebben heerlijk gegeten en om 10 uur ging het licht uit, snurken.

27 Juni
Vanmorgen eerst een goed ontbijt gehad en om 7 uur op pad. In het begin was het nog makkelijk maar het werd, naarmate we de bergen in liepen, steeds steiler. Soms 20% stijgingspercentage, echte kuitenkrakers. Loop eigenlijk ongetraind in de bergen. Sowieso loop ik nu ongeoefend. Het was een schitterende dag met vergezichten over de Pyreneeën, aan de ene kant Frankrijk en de andere kant Spanje. De koeien hier hebben bellen om hun nek en dus hoor je dat de hele dag. Je zou zelf helemaal gek worden met zo een bel continu om je nek. Ook lopen er hier veel schapen rond.
Het is nu 32 graden, en bijna niet te beschrijven hoe mooi het is om hier te lopen. Ik liep op een gegeven moment richting een top een kleine vrouw voorbij. Haar man en ik stonden op haar te wachten op de top. Ik zei tegen haar in het Engels dat ze nu om moest kijken en moest genieten van het uitzicht. Ze slaakte een zucht van verwondering. Ze keek me aan en zei ‘thank you’. Haar man glimlachte. Na een paar foto`s genomen te hebben zei ik mijn naam. Nice to meet you, John en Gabrielle (USA).

Na een zeer steile afdaling aangekomen in Roncevalles (Spanje). Er zijn twee mogelijkheden om naar beneden te lopen. De makkelijke langere, of de moeilijke kortere route. Ik nam de moeilijke.
Ik heb geslapen met 120 andere mensen in een hele grote zaal in wat heel vroeger een hospitaal was. Onder dit antieke gebouw zijn zeer moderne douche en toilet voorzieningen gebouwd. Ik heb al van mensen gehoord dat, als het regent de komende dagen, de beklimmingen en afdalingen zeer moeilijk te lopen zijn.

Heb al gemerkt dat het gebruik van internet onderweg, naast erg lastig, ook vrij prijzig is. Ook kan ik mijn foto's en filmpjes nu nog niet uploaden omdat de computers afgesloten zijn. Mijn rugzak is top en mijn schoenen lopen ook uitstekend. Wel heb ik een flinke blaar op mijn linker hiel. Dat komt door het berg op en af lopen. Ik heb ook natuurlijk nauwelijks getraind. Afdalen bevalt me beter.

De eerste vraag als je onderweg iemand ontmoet is waar hij of zij vandaan komt. De leeftijden lopen uiteen van 20 tot 60 jaar. Stelletjes, mannen of vrouwen alleen, allemaal lopen ze naar Santiago of 85 km verder naar de kust, naar Finisterre. Sommige lopen weer terug naar huis of lopen door naar Portugal.

Elke avond kan ik mijn was doen in een hotelletje waar de pelgrims binnen komen wandelen. De routine zit er na vijf dagen al goed in. ‘s Morgens om ongeveer zes uur uit bed, badderen en even aankleden. Daarna mijn rugzak checken en om 06.30/7.00 uur op pad in het donker. Het is dan vaak al 25 graden.
De route is goed aangegeven door middel van gele pijlen en schelpen in betonnen paaltjes, of je volgt gewoon de rugzak voor je.
Als je een winkeltje tegen komt kun je even een paar stukken fruit en brood/beleg inslaan en in een kroeg een Café con Leche nemen. En dan is het lopen en genieten als de zon op komt.

Elke dag is de natuur anders. De ene dag loop je wat vlak, de andere dag moet je weer bergjes bedwingen. Het blijft heuvelachtig dus over 20 kilometer doe ik 6 à 7 uur inclusief pauze Ook duik ik af en toe een kerk in die de moeite waard is, waar ik ook een stempel op mijn kaart zet. De uitzichten blijven prachtig, zeker als je weer een flinke heuvel hebt bedwongen en verderop, op twee uur lopen of meer, je finishplaats ziet liggen. Meestal vanuit de verte al herkenbaar aan de kerktoren(s).
Daar aangekomen is het tijd om in te checken in het hotelletje, mijn pelgrimskaart te laten stempelen en rond de 5 euro te betalen voor de overnachting. Dan een bed uitzoeken, wat meestal stapelbedden zijn, even douchen, en dan op bed liggen met de benen omhoog. Even tijd om wat foto’s te bekijken, een beetje te eten, mijn wasje te doen en daarna buiten voor het hotelletje zitten om je "vrienden" te zien arriveren. Ook het dorp, of de stad, bezichtigen is ’s avonds leuk om te doen. Je hebt tijd genoeg om de plaatselijke kerken te bewonderen of andere oude dingen te zien.
Dan met z`n allen naar een lokaal restaurant om een pelgrimsmenu te verorberen. De laatste paar dagen eet ik alleen, vind ik soms fijn. Voor ongeveer tien tot twaalf euro, eet je je buik een beetje rond, inclusief een fles wijn, of naar keuze bier, en water. Deze menu`s zijn alleen voor pelgrims, maar er wordt niet naar je credencial (stempelkaart) gevraagd. De obers zien zo wel dat je een pelgrim bent.
En dan is het rond 22 uur bedtijd. Iedereen moet dan stil zijn. Als je te laat bent sta je voor een dichte deur.

Ik heb vannacht niet goed geslapen want mijn buurman die boven in het stapelbed lag sliep een beetje onrustig. Het bed kraakte elke keer als hij bewoog. De Zweedse meiden hadden veel te veel gedronken en kwamen veel te laat in de slaapzaal aan. De twee Ieren waren dit keer erg rustig maar snurkten ontzettend. De twee Australiërs lopen de ganse week al achter de twee Noorse vrouwen aan. Het lukt ze maar niet…

In Pamplona heb ik de beroemde stierenroute gelopen door de binnenstad tot aan de arena. Helaas kon ik er niet naar binnen. Ik had het wel gevraagd maar die meneer was niet om te kopen. Pamplona is een prachtige stad overigens. Vol met toeristen op dit moment, want over een paar dagen rennen de stieren hier door de straten. Ik nam een biertje op een terras en ik kreeg een gratis glas wijn omdat ik een pelgrim ben. Ik mis het wereldnieuws wel een beetje maar over een paar dagen heb ik daar geen last meer van.
Gisteren was ik in een hotel, albergue of refuge, zoals ze dat hier noemen en de koelkast was vol en we mochten eten wat we wilden. Wel moet je een donatie geven, een paar euro. Het ene pelgrimshotelletje is de ander niet. De ene heeft een geweldige, warme douche, de ander een lekker bed. Soms lig je met z'n twintigen op een kamer, de andere keer met z'n achten. Soms is het bloedje heet, soms te koud op de slaapzaal.

Ik heb nu zes dagen gelopen, totaal ongeveer 130 km, en voel de vermoeidheid toeslaan. Wil eigenlijk nog geen rustdag nemen want ik wil die opsparen voor later in de maand. Vanmorgen om 7 uur bij de fontein van Rioja, die gratis wijn geeft, gestaan. De kerken langs het pad worden steeds mooier en overdadiger, veel van het goud hier is gestolen van de Inca`s. Het is erg warm, de temperatuur loopt soms op tot 40 graden en ik drink dan ook 2 liter water terwijl ik loop. Tussendoor vul ik mijn waterzak bij in de dorpjes met fonteinen. Het is zo warm dat ik mijn trouwring, met moeite, af moest doen omdat hij knelde. Vandaag de eerste echte kaarsjes opgestoken. In eerdere kerken waren het elektrische. In elk dorp waar ik overnacht is de Plaza Mayor, of Plaza Mercado (Grote Markt), de ontmoetingsplek voor pelgrims en dus zie je daar je pelgrimvrienden weer na een dag, of soms na twee dagen, naar gelang hoe hard men loopt of hun etappe hebben ingekort. Sommige pelgrims nemen her en der de bus omdat ze de route niet mooi vinden of voor een grote stad een tijdlang door een industrieterrein moeten lopen. Er lopen veel groepjes met Spaanse en Italiaanse meiden de Camino, dus veel gegiechel onderweg. Er zijn ook veel mountainbikers op de Camino. Zij kunnen niet op alle paden rijden want te voet is het soms al moeilijk genoeg. Sommige paden zijn zo smal, daar kun je niet naast elkaar lopen of überhaupt iemand passeren. Soms zijn ze ook veel te steil. Je loopt op zo`n 400 tot 500 meter hoogte en moet soms klimmen naar 1000/1200 meter. Een enkele keer zelfs naar 1500 meter. De paden bestaan voor meer dan 80% uit kiezels, keien en zand. Er mag niet veel aan de route gedaan worden want het is werelderfgoed. Als ik daar loop stel ik me voor hoeveel miljoenen mensen mij voor zijn gegaan en dat gaat ver terug in de tijd.

Vannacht kwam die Nieuw-Zeelander bij me liggen, hij dacht dat ik een van die Scandinavische vrouwen was, piemel...

3 juli
Vandaag 30 km gelopen in een vreselijke hitte, en geen schaduw onderweg. Ben nu 7 dagen onderweg en mijn blaar is ontstoken. Had een Compeed pleister over de blaar geplakt en na twee dagen eraf gehaald… met vel en al. Oei! Ben gisteren naar de dokter geweest en zij vertelde me dat ik moet stoppen, 4 dagen rust moet nemen of kortere etappes moet lopen. Stoppen doe ik dus niet! Ik heb een alternatief bedacht en een uurtje de bus vanuit Logrono gepakt, kaartje kostte 3 euro. Dit scheelt twee etappes, twee dagen, van totaal 50 km lopen. Wil natuurlijk het liefst alles lopen, maar mijn gezondheid gaat voor en het moet leuk blijven. Toen ik overigens bij het busstation stond, wilde ik mijn tanden nog een keer poetsen. Laat ik nu mijn zakje met al mijn badspullen, zalfjes, scheerspullen, nagelknippers, verband, etc vergeten zijn! Halsoverkop een taxi genomen… Gelukkig lag de zak met deze, best belangrijke spullen nog op mijn bed van afgelopen nacht.
Heb overigens nu dus al 7 dagen gelopen met een totaal van 160 km, berg op en berg af. Door de busreis kan ik mijn voet een dag rust geven. Misschien blijf ik wel twee dagen in Santo Domingo, wat overigens een prachtig dorp is met honderden jaren geschiedenis. In de kerk, waarvan de toren los staat van het schip, van Santo hangt een kippenren. Hierover bestaat een legende, maar die is te lang om hier op te schrijven. Ook hier is het weer goud en zilver wat er blinkt. Levensechte Christusbeelden hangen aan de muur. ‘s Avonds zijn er speciale missen voor pelgrims en word er een zegen gegeven. Hier heb ik, samen met Simon, Sjoke, Celine, John en Gabriel, mijn zegen gekregen en ik werd een beetje emotioneel. Ik ben moe, voel mijn ontstoken blaar en dacht aan de afgelopen dagen en jaren. Moest er van huilen.

Zojuist heb ik gegeten, met de Tour de France op de tv. Johanna, het vegetarische Zweedse meisje is overgestapt op vlees, want ze valt teveel af. Ik heb twee avonden met Simon uit Adelaide en Sjoke, een echte Friezin, gegeten. Zij mag van haar man en zonen de Camino Frances doen. Ze is ook vanuit St. Jean begonnen en sliep naast me in de aan elkaar geschoven stapelbedden. Ze heeft al eerder aanlooproutes van de Camino gelopen. In de avond als je in de tuin zit en kijkt naar de prachtig verlichte kerktoren vliegen de vleermuizen over je heen. Om 10 uur ‘s avonds gaan we slapen maar de Spanjaarden zijn dan nog wakker en zitten op de terrasjes. De kinderen zijn minder luidruchtig dan hun ouders en omdat de ramen van het hotel open staan vanwege de warmte is het lastig om in slaap te komen. Om 12 uur is het dan eindelijk rustig. De ooievaars die de kerktorens bezetten klepperen wel een end weg, maar dat is een prachtig geluid en gezicht. Morgen ga ik weer lopen. Ik mag niet in de refuge blijven, want ik heb geen doktersverklaring. Een vlakke etappe van 22 kilometer voor de boeg. Wel ga ik als ik aankom weer naar de dokter.

5 juli
Toen ik in het ziekenhuis kwam hoefde ik niets te betalen, dit door de Europese verzekeringskaart. Kreeg zalf en verband mee. Ik hoefde zelfs niet eens te wachten, werd meteen geholpen.

Gisteren een lekkere, koele dag. De zon scheen maar er stond een lekker windje. Wanneer je loopt kom je door dorpjes heen waar de tijd stil heeft gestaan. Bijna elk dorp heeft zijn kerk en een kroeg op het dorpsplein waar een fontein staat waar ik soms uit drink en me opfris. Zes uurtjes gelopen en toen aangekomen in Belorado, een gehucht wat op instorten lijkt te staan. De albergue was lekker rustig, want er sliepen maar vijf andere pelgrims. Heb weer heerlijk gegeten en ondertussen de tweede etappe van de Tour gezien. Om een uur of half tien ben ik nog de plaatselijke kerk ingewandeld en er stonden, hoe komt het zo uit, precies zes kaarsen bij het altaar. Mensen die mij kennen weten genoeg. Ik heb ze aangestoken en ben gaan zitten, helemaal in mijn eentje.
Plotseling hoorde ik de deuren sluiten en het slot omdraaien. Snel ben ik naar de uitgang gerend, maar het was al te laat. Ik was ingesloten in de kerk… Ik bonkte op de deur maar niemand hoorde me door die grote, dikke, eeuwenoude eiken deuren. Na een half uur, inmiddels wel een beetje in paniek, zag ik door het sleutelgat iemand aankomen. Nogmaals geroepen en gebonkt. Gelukkig hoorde zij me en na een kleine tien minuten kwam de Padre met de sleutel. Eindelijk stond ik buiten en heb haar, hem en Hem bedankt. Nu kon ik lekker naar bed, 100 meter van de kerk.

6 juli
Vandaag blijf ik in Belorado om mijn lichaam, en mijn blaar wat rust te geven. Mocht ook in de albergue blijven van de bazin. Ik wilde eigenlijk weer de kroeg in om te internetten, maar liep verder over de markt een andere straat in. Ik kwam een bibliotheek tegen en dacht ‘ik ga hier naar binnen’. Tot mijn grote vreugde stond de airco aan en zag te midden van een doodse stilte een stuk of zes computers staan. Señorita, por favor, internet? Helemaal gratis en voor niks! Niet verder vertellen hoor.
‘s Avonds de Deense naar het ziekenhuis gebracht omdat ze een oude blessure aan haar enkel heeft die opspeelt en ook een geïnfecteerde blaar die in de weg zit.
Morgen een zware etappe van 25 kilometer alleen maar berg op. Een tocht van een kleine 8 uur!

7 juli
Vandaag een prachtige dag, 30 graden, en onbewolkt. Vanmorgen om 8 uur eindelijk mijn eerste kop koffie genomen, ik was al een uurtje onderweg maar alles was nog dicht. Daar heb ik op de mega tv de eerste stieren door Pamplona zien rennen. Erg leuk want ik heb die paar honderd meter enkele dagen geleden ook gelopen maar gelukkig zonder dolle stieren achter me aan.
In San Juan de Ortega aangekomen werd me verteld dat de monniken alhier alleen knoflooksoep en brood serveren... Doorlopen dus. Later in Artapuerca aangekomen, waar resten van de eerste mens zijn gevonden. Ik ben een kroeg ingelopen, waar een blind paard geen schade kan aanrichten. Wel hebben bijna alle kroegen en restaurants een groot lcd scherm hangen, dus ik heb de Tour en de "begrafenis" van Michael Jackson kunnen aanschouwen. De twee Ieren (20 en 21 jaar oud), een Engelsman (rond de twintig) twee Amerikanen (17 en 21), een Bask (32), de Zweedse (31), de Australiër (40), en de Friezin (59), zaten op `t terras te lunchen. Sjoke, de Friezin, viert morgen haar verjaardag.

8 juli
Vandaag met de groep naar Burgos gelopen, waar een immense kathedraal staat. De groep is verder gelopen nadat we geluncht hadden en de kathedraal hebben bezichtigd. Ik ben nog de berg opgeklommen om van het schitterende uitzicht over Burgos, wat een hele mooie, schone grote stad is, te genieten. Ik heb gemerkt dat er overdag een aantal grote knallen te horen zijn. Dit doet de gemeente om de duiven en andere vogels uit het centrum te weren,zodat deze niet de monumenten onder poepen. Mijn albergue voor vandaag was splinter nieuw. Mooie douches, nieuwe bedden, mooie kunst aan de muur. Heb zelfs 11 uur aan één stuk geslapen.

9 juli
Vandaag alleen naar Hontanas gelopen, in 30 graden, over een grote hoogvlakte, de zogenaamde Meseta. Na een paar uur lopen kom ik een bordje tegen waarop stond ‘Hontanas 3 km’. Nou, in de verste verte geen dorp te zien, ik dacht dat ik een zonnesteek had opgelopen. Na ruim een kwartier lopen zie ik een groot rond dal en jawel, het dorp met kerk en al er midden in. Het puntje van de kerktoren kwam net boven de rand van het dal uit. Het leek wel een fata morgana. Mijn hotelletje was heerlijk koel door de meters dikke muren. Het was ook een oud pelgrims hospitaal. De klok hier luid net als de Big Ben in Londen. Ook is er een gigantisch buitenzwembad waar alle pelgrims gelijk in doken. Hier heb ik een Zwitserse ontmoet die vanuit haar woonplaats is begonnen, en een man uit Schagen die dus vanuit Schagen is komen lopen. Verder spreek ik een Duits jongetje van 10 jaar die met zijn moeder ongeveer 10 km per dag loopt en af en toe de bus neemt bij saaie en/of te moeilijke etappes. Ook kwam ik John en Gabrielle weer tegen die ik een aantal dagen niet gezien had. Normaal gesproken passeer ik ze in de ochtend, want Gaby loopt niet zo snel. Gabrielle zei dat ze me nog steeds dankbaar was toen ik in de Pyreneeën tegen haar zei dat ze om moest kijken en moest gaan genieten van het uitzicht. Ik ben haar ook dankbaar, want zij heeft tegen mij gezegd dat ik de bus moest nemen om mijn voet met de blaar de nodige rust te geven en dan wel naar Santiago kan lopen. Always listen to mama.

10 juli
32 graden, geen wind, onbewolkt. Een saaie etappe verder over de Meseta (hoogvlakte) Vandaag eerder gestopt met lopen, want zes kilometer voor mijn einddoel, Fromista, liep ik een albergue in. Ik moest drinken want mijn 2 liter water was op. Daar zat “mijn” groep, die ik twee dagen kwijt was, te lunchen. Ik mocht meteen aanschuiven, en ben dan ook hier in Boadillo del Camino gebleven. Heb een éénpersoons kamer gekregen want, de baas vroeg of ik snurk. Waarop ik antwoordde dat ik dat niet weet, want ik slaap dan. Mijn vrouw zegt dat ik snurk.
Het lijkt wel of mijn rugzak steeds lichter word, de camino heeft toch iets magisch. SMSje gehad van mijn vrouw die nu op de Canarische eilanden zit. Quint krijgt daar zijn eerste duikles, hij is zo blij.

11 juli
33 graden, een beetje wind, onbewolkt. Vandaag een simpele etappe van 26 kilometer omdat we hem ingekort hebben vanwege de warmte, Het was een saaie etappe want we liepen alleen over een vlakte die bijna op de Flevopolder lijkt. Wel heb ik in Fromista een Romaans kerkje bezocht uit de 11de eeuw, zeer de moeite waard. Wanneer de pelgrims ‘s middags bij elkaar zitten hebben we het niet veel over wat we hebben gezien qua natuur of architectonische hoogstandjes uit het verleden maar over de blaren die we allemaal hebben en de pijnlijke knieën, enkels en/of rug. Mijn blaar is zo goed als genezen en ik loop weer te genieten. De Aussie is naar Parijs vertrokken voor zijn werk. De Deense heb ik in geen dagen meer gezien. De Zweedse Johanna heeft de bus genomen, twee etappes verder, omdat haar schenen zijn overbelast. We hebben haar gedag gezwaaid en dat was best wel emotioneel voor iedereen, want je kent elkaar nu zo`n 14 dagen. Je loopt, eet en slaapt bij elkaar.

De Tour de France volg ik nu via de krant, die ik snel doorkijk in een lokaal café, met een Café con Leche. Vanmorgen moest ik onderweg plassen. Ben zo`n 3 minuten bezig geweest, maar het is bijna een half uur lopen eerdat je weer een beetje aansluiting hebt gevonden met je groepje. Men wacht over het algemeen niet op elkaar, want als je stopt na een paar uur lopen verzuren je benen meteen en dat is dodelijk als je nog 20 kilometer moet lopen. Natuurlijk word er soms wel een beetje op je gewacht maar niet voor een plas pauze. De Braziliaanse meid van rond de twintig heeft op elke teen een blaar. Ze moet nogal wat borst meedragen en wij (de jongens) vragen ons af of ze echt zijn.

Wat eet ik zoal? Het ontbijt is simpel voor mij en dat is brood van de vorige dag en de tomaat, koffie onderweg en de bananen die ik gisteren gekocht had.
Lunch is over het algemeen een half stokbrood met chorizo, tomaat en komkommer die ik dan zelf maak en een blikje sardientjes. De andere helft is voor in de namiddag.
‘s Avonds begin ik meestal met een bord spaghetti met een beetje saus, of een salade, dat betekent: sla en tomaat. Dan gebakken forel uit de plaatselijke rivier, een kipje, of rund- of varkensvlees. Je moet niet denken aan de karbonades en biefstukken van thuis maar dunne plakjes. Een beetje patat erbij, en fruit of yoghurt toe. De yoghurt krijg je in de verpakking. Erbij een paar glazen wijn en water. Ook drink ik twee liter water per dag tijdens het lopen. Zeker op dit moment met de hitte.

12 juli
Vandaag ongeveer op de helft van de Camino. Ik moet volgens mijn schema nog 13 dagen lopen maar als de hitte zich zo blijft manifesteren moeten er kortere etappes gemaakt worden om voor twee uur ’s middags binnen te zijn. Sommige pelgrims moeten wel door lopen omdat zij hun vlucht vanuit Santiago niet willen missen, of omdat ze de stoere jongen uit willen hangen. Ik dacht vooraf dat ik een strak schema had maar dat valt best wel mee. Als ik nu door loop, ben ik op de 25ste  in Santiago en dat is gelijk de feestdag van de Heilige Jacob, vuurwerk, big party! Maar dan is het veel te druk in de stad en alle bedden zijn dan bezet. Mijn vliegtuig gaat pas de 30ste, dus toch maar wat rustiger aan lopen. Vandaag veel met John, de Ier, gelopen. Hij blijkt aankomend dokter te zijn. ’s Middags aangekomen in Terradillos de templarios, 14 km voor Sahagun. Een hele nieuwe alberque, 7 euro voor een overnachting en gratis internet.
Maar even een lekker biertje op het terras genomen, waar Johanna (die de bus had genomen) ook al was. De groep ging zitten kaarten. Op tijd naar bed gegaan maar werd wakker van het geritsel van rugzakken van de drie Brazilianen om half vier s`ochtends. Eindelijk waren ze weg en ben weer in slaap gevallen en werd om negen uur wakker.

13 juli
Vannacht in een gloed nieuw hotel geslapen dus. Het houten dak kraakte van nieuwigheid. Ik liep naar het terras waar Sjoke, de Friesin, en Maria, de Duits/Poolse, zaten. Ze hadden besloten de bus te nemen, want de vermoeidheid slaat inmiddels bij iedereen toe. Sjoke heeft een vervelende blaar onder een van haar voeten.
Heb twee bakken koffie genomen en moest toen echt gaan. Ik ben er achter gekomen dat in de verschillende boekjes over de Camino, die bijna iedereen bij zich heeft, de aangegeven kilometers niet kloppen. Scheelt soms wel 5 km en dat is ruim een uur lopen!
In de ochtend heb ik alleen gelopen. Voel nu een ontzettende aantrekkingskracht naar Santiago, mijn rugzak lijkt steeds lichter te worden, terwijl hij nog steeds 11/12 kilo weegt.
In Sahagun kwam ik de groep weer tegen. Ik had dus in mijn enthousiasme flink door gelopen en kwam daardoor mezelf ‘s middags behoorlijk tegen. Ben dan ook na 24 km gestopt in Berdanos del Real Camino. De afgelopen dagen waren vrij vlakke etappes, maar moeilijk te belopen door de losse kiezels. De laatste week wordt ook zwaar, omdat we de bergen weer in moeten.
Ik zie in het hotel enkele jongelui met mini laptops, die ze dan ook braaf de hele weg meesjouwen. Heb ondertussen zelf meer dan 160 foto's en filmpjes gemaakt, maar het is erg lastig om ze te uploaden. En ik heb een stelletje Hongaren ontmoet, hij heet Atilla, haar naam ben ik vergeten. De twee oudere Fransen, waarvan een het erg moeilijk heeft zie ik bijna elke dag wanneer ik ze passeer.

14 juli
Op de planning vandaag staat een tocht van 26 km naar Mansila de los Mullas. Gisterenavond met 50 mensen tegelijk gegeten, met daarbij veel zang en wijn! Een aantal pelgrims hebben het diner klaar gemaakt, een aantal anderen moesten dus afwassen, waaronder ik.
Om 22.30 lag iedereen te slapen, nadat we de schitterende zonsondergang hadden bekeken. Deze alberque stond op instorten, de vloer en de bedden kraakte als je adem haalde. Trouwens het hele dorp is aan renovatie toe. Of beter nog, afbreken en opnieuw beginnen. De crisis is hier ook toegeslagen en veel bouwprojecten liggen stil. De werkloosheid is zeer hoog.
Om 6.30 uur op pad, naar de weg waarvoor in elk boekje gewaarschuwd word wanneer het erg warm is. Het is de een lichtglooiende, kaarsrechte weg over hoogvlakte zonder een spatje schaduw. Waar ook niets te zien is, omdat er geen bebouwde kom is en dat een paar uur lang. Aan de horizon, erg ver weg, de bergen waar we nog over heen moeten. De hoogvlakte viel gelukkig mee, omdat er een lekker briesje stond. Het was licht bewolkt en mijn temperatuurmeter stond op 20 graden. Als de zon flink had geschenen kan deze weg echt dodelijk zijn.
Zes kilometer voor het einde kom ik eindelijk in een dorpje, met een café waar een aantal Fransen de champagne tevoorschijn hadden gehaald vanwege 14 juli, de nationale Franse feestdag. Wij mochten ook meedoen met de ‘sjampopel’, en dat om 11 uur in de ochtend. Enfin...
Na een half uur gezelligheid, de resterende kilometers gelopen waar ik, tot ons beider blijdschap, Sjoke ook weer tegen kwam.
Om 1300 uur gearriveerd in Mansilla, mijn bestemming voor vandaag. Heb nu 16 dagen gelopen, en ongeveer 400 km afgelegd. Nog 11 etappes te gaan, maar daar kan ik dus 15 dagen over doen! Ook leuk is dat er in sommige hotelletjes een blarendokter langs komt. Ik heb een nieuwe blaar onder mijn teen van mijn rechtervoet, maar ik doe er niet aan mee, want iedereen staat te kijken en maakt foto's of staat te lachen. De mensen met de meeste blaren lachen het hardst.
In Mansilla een prima hotel, met alles erop en eraan, voor 4 euro. Dit stadje is ook echt middeleeuws en ik wil hier eigenlijk nog wel een dag blijven om alles te zien.
Heb vandaag heerlijk gegeten voor 6.60 euro! Knoflook soep vooraf, een bord patat met daarover heen twee gebakken eieren en bacon, en een yoghurtje toe. Altijd is de fles water en de fles wijn inclusief.

15 juli
Vanmorgen in het donker op pad gegaan en het was koud, 10 graden. Het is een vrij gemakkelijke dag, ongeveer 20 km lopen. Op `t einde een paar heuvels en daarachter, in het dal, de grote stad León. Van veraf kun je de gigantische kathedraal al zien liggen.
Er vormden zich al vanaf het begin groepjes pelgrims. De Spaanstaligen en de Italianen zijn het luidruchtigst, en houden maar niet op met praten. Ook berg op hebben ze elkaar altijd wat te vertellen. Ikzelf heb me een beetje aangesloten bij de Engelstaligen. Kan tussendoor ook lekker Nederlands praten met Sjoke. Overigens loop ik veel alleen, ik ben eerder op pad of blijf langer in bed liggen.  Ik voeg me dan bij het groepje voor de lunch en/of het avondmaal. Voor de rest ga ik vooral mijn eigen gang.
Bij aankomst eerst een bed opzoeken en dat was in dit geval in een oud klooster wat bedreven word door nonnen, dus mannen en vrouwen slapen apart.
Toen naar de kathedraal, welke wel 120 glas-in-lood ramen heeft. Als je dan binnen op een bankje zit dan verandert voortdurend het licht en de kleuren. En daarna op het plein geluncht met mijn groepje. Je ziet dan alle pelgrims die je inmiddels wel van naam en/of van gezicht kent.
Voor vrouwen is León een paradijs, met volop kleding- en schoenenwinkels en je ziet ze dan ook ‘s avonds met plastic zakken vol terug komen in het klooster.
Samen met de Hongaarse Rieta een cola’tje gedronken. Ian, de Engelsman, is naar huis gegaan, want hij heeft er genoeg van. Veel blaren en hij mist zijn vriendinnetje. Hij wilde eigenlijk een fiets kopen en naar huis fietsen. Ook Michael, de Duitser, is gestopt. Of het was zijn bedoeling om hier te stoppen, want hij heeft het vliegtuig genomen naar Barcelona op weg naar zijn naar zijn tante. Johanna, de Zweedse (31), heeft wat van haar spulletjes naar Santiago gestuurd omdat haar rugzak te zwaar is voor haar tengere, kleine lichaam.
León is een prachtige oude stad en zeer schoon. We moesten om 21.30 uur binnen de klooster muren zijn en we waren maar net op tijd. De non vond het duidelijk niet leuk dat ze de deur nog een keer open moest doen, net voor de mis.
In de mannenslaapzaal was het vies warm. De paar ramen die er waren konden maar op een klein kiertje open. Je wilt niet weten wat een lawaai het was, van het gesnurk en de ventilatoren. En dan de lucht niet te vergeten…

Klik hier voor deel 2 van dit verhaal.